









Er is veel te vertellen over afgelopen week, maar ik begin eerst met een zomerterugblik. Na Bergen en Bielefeld (waar Konrad in zijn jeugdkamer op piano aan een compositiedeadline werkte) belandde we in Enkirch aan de Moezel. Enkirch is een dorpje met op elke hoek van de straat wel een antieke tractor, die dan op de erf van een vakwerkhuis staat. Het was er vrijwel altijd eentje óf van Hanomag, óf van Fendt. We wandelden ons suf, aten Spaghetti Eis en lazen boeken (ik las Middernachtbibliotheek van Matt Haig, wat een plat en matig boek bleek, Het leven van dingen van Warna Oosterbaan, en Super Pumped: the battle for Uber van Mike Isaac. Een redelijk interessant boek over Uber en durfkapitalisme, maar ik werd een beetje kriebelig van hoe de schrijver iedereen introduceert. Hij vermeldt van elke medewerker van Uber hun precieze lengte en beschrijft hun uitstraling en stemgeluid alsof hij aan een chicklit werkt. Ik, de lezer, 1 meter 67, uitstraling van continue verbijstering, soms nog een zachte G hoorbaar, vond dat niet relevant. Het laatste boek dat ik in de vakantie las was Uncanny Valley van Anna Wiener. Dat was wél een interessant boek over start-ups in silicon valley. Ze beschrijft eerst het ongemak dat ze heeft bij hard werken in de culturele sector en nog steeds niet genoeg geld hebben voor een zorgverzekering of eigen woonplek. Dat wordt vervolgens opgevolgd door het ongemak dat ze voelt bij veel geld verdienen door onduidelijke baantjes bij start-ups, waarbij ze twijfelt aan de morele zuiverheid.)
Na de Moezel gingen we door naar de Eifel. Daar was het koud en nat. De vakantiewoning had matglasramen waardoor de notie van tijd en locatie een beetje verdween, een beetje als een installatie van Gregor Schneider. Wel maakten we nog een prachtige wandeling richting Monschau, waar we langs een plek kwamen die leek op een tekening uit Hele verhalen voor een halve soldaat. Op weg naar Kleve kwamen we langs een bruinkoolgroeve, machines zo groot als flatgebouwen knaagden aan aardlagen. In Kleve bezochten we Museum Kurhaus waar o.a. het werk van Joseph Beuys te bekijken is. Vooral zijn pigmenten vond ik erg mooi. Het museum is een aanrader.