Zo, even door de afgelopen lente heen flitsen. (1) Er was een heel leuk lezersfeest van de KJV, de Kinder- en Jeugdjury van Vlaanderen. Het lezersfeest was in Mechelen, Hoe Tortot zijn vissenhart verloor was genomineerd en Benny Lindelauf en ik waren op het feest. Foto’s van het KJV feest zijn van Michiel Devijver en staan hier. Heen en terug reisden Konrad en ik door het bloedwarme Vlaamse landschap in de auto van mijn ouders.
(2) In WG Kunst hebben Wasco, Hein de Kort, Joost Halbertsma, Marlyn Spaaij, Maaike Hartjes en ik gewerkt aan een expositie plus magazine, over de stad van de toekomst genaamd Futuropolis. In dezelfde week maakte ik twee tekeningen voor Het Parool (3). Ik gaf een lezing op de Illustratie Biënnale, (4) wat een behoorlijk doodeng was om te doen, ik heb er heel erg lang voor lopen zenuwpezen. Het was interessant om te zien hoe illustratoren hun vak opvatten, en daarbij het spectrum van steeds meer tinten voorzien. Aanrader om te gaan, over twee jaar. Tegelijk waren in Haarlem de Stripdagen bezig. Er was mooi werk te zien van Frans Masereel. In 2012 was er op de Stripdagen een etalageproject waarbij tekenaars werk lieten zien in de binnenstad. Mijn tekeningen hingen in een lampenkappenwinkel. Éen tekeningetje ben ik vergeten mee te nemen. Zes jaar later ben ik blij te zien dat het er nog hangt (5). Op de Stripdagen werd ook het magazine Scratches II gelanceerd, waar ik een bijdrage voor heb getekend (6). Ik bezocht het Teylers Museum, daar was ik erg te spreken over het werk ‘Gezicht in het Hartzgebergte’ van Barend Cornelis Koekkoek (7). Nog een selectie van dommigheden, ik ging op de verkeerde dag naar de Pride in Utrecht (een week te vroeg), scheerde mijn hoofd per ongeluk kaal, liet al mijn originelen voor een nieuw kinderboek in de kroeg liggen en toen ik daarachter kwam had ik daar zo de pest in dat ik de boekenkast schopte en mijn teen kneusde. Maar de waag staat nog goed, want de Pride die week daarna wél was, was één groot feest (8).
Zwaarwegend in blijdschap was het winnen van de Zilveren Penseel voor het boek de Fabeldieren (tekst: Floortje Zwigtman, uitgeverij Lannoo) (9).
Ik bezocht de eindexpo bij de AKV Sint Joost, waar ik zelf heb gestudeerd, en fotografeerde niet de nieuwe lichting maar wel heel melancholiek alle vensterbanken waar ik zelf graag zat. Er was een werk dat me erg aansprak, een film van een afstuderend kunstenaar, die een rotonde filmde waar iemand ’s nachts met een fiets met lege banden rondjes op maakt. Ik kon de naam van de maker niet vinden (10). Tot slot, voor het eerst in museum Catharijneconvent geweest, en met veel plezier de eigenaardigheden van de middeleeuwse werken bekeken.