De hoek van de tafel
zette zijn handtekening
op mijn voorhoofd.
De sleutel, in het slot
stak het nog
net mijn wenkbrauw toen
oma de deur opende
en ik er tegenaan liep.
De stoep vouwde mijn
lip om mijn tand heen.
Overal zijn de dingen die zich
tegen je aan willen drukken.
Die je openen om
nog dichter bij je te zijn.