Over vervangingen
Bovenstaande foto is het huis van opa en oma Volbeda aan het Wilhelminakanaal bij Oosterhout. Opa woont er nog. Ik herken stukken van het huis, alleen is denk ik de behuizing niet meer van hout. Ik weet niet of het hout is weggehaald of dat er steen tegenaan is gemetseld. Bij het laatste kan je huis wel groter worden maar niet ruimer. En als ik veel tekeningen aan de muur hang is mijn kamer niet kleiner maar wel krapper.
In de betonnen aanbouw zitten denk ik al kennels of stallen. Wij speelden nooit op de de dijk omdat we liever op de koetsen zaten of in de stapmolen liepen. Er was een buurman met een autokerkhof. En stenen voor het oprapen.
Nadat mijn moeder haar auto aan vrienden had verkocht aan ging hij bijna aan één stuk door kapot. Onderdeel na onderdeel moest vervangen worden. Als je dat in het absurde doortrekt heb je misschien na een jaar wel een compleet andere auto. Zo gaat dat ook met onze cellen maar ik voel me niet bewust vervangen door een andere verzameling na een x-aantal jaar. Als je dat proces geestelijk wilt meemaken moet je misschien het Birmese namensysteem hanteren. In Birma hebben de meeste mensen geen achternamen en je naam is afhankelijk van de dag waarop je geboren bent (en nog tientallen variabelen.) Maar, en dat vind ik een prachtig idee, je naam ligt niet voor altijd vast. Als je een nieuwe levensfase ingaat of een ongeluk hebt gehad en je naam daarom wilt afschudden, kan je je naam veranderen. Ben je trots op een boek dat je hebt geschreven, dan plaats je de titel voor je naam. Ik ben benieuwd of Birmezen het gevoel hebben zichzelf op deze manier te kunnen vervangen en hoelang het duurt voordat ze gewend zijn aan hun naam.